Open einde of nieuw begin?

Houden jullie van verhalen met een open einde? Een slot dat verschillende mogelijkheden openlaat, maar in feite één groot vraagteken is? Ik niet. Als lezer laat me dat achter met een onbevredigend gevoel. Alsof de schrijver het ook niet meer wist. Als schrijver vind ik het vooral laf. Of ik het schrijven van het einde aan de lezer overlaat.

 

Met dat dilemma zat ik, toen ik een punt achter het eerste deel van ‘Het kleine huis aan de Fazantlaan’ had gezet. Tijdens het herlezen kwam ik erachter dat ‘laf’ in feite ‘onaf’ was. In het verhaal van Merel lag een vervolg besloten, dat moest worden verteld om tot een afgerond geheel te komen. Suze drong zich op. Dat haar leven zich gemakkelijk liet beschrijven, is niet waar, maar ik kreeg hulp. Regelmatig nam Suze de touwtjes in handen.

 

Knoopt ze de losse eindjes daarvan aan het eind van het verhaal aan elkaar? Laat ik niet laf zijn door die vraag bij jullie neer te leggen. Het antwoord erop is dat ze dat doet, maar op een manier die van de lezer een denkstap vooruit vraagt. Een stap, waar ik als lezer én schrijver goed mee kan leven.