‘Ik heb een goed verhaalidee,’ app ik de zus, die in Spanje woont. ‘Iets
met een droom vannacht. Een oudere vrouw wordt de drugshandel ingetrokken. Ze dreigen haar dochter en op komst zijnde kleinkind iets aan te doen. De enige manier om onder die wurggreep uit te
komen, is te doen of ze dement is en zich te laten opnemen. Vanuit de kliniek neemt ze wraak.'
‘Klinkt spannend, maar is daar niet een film over?’
Meteen schiet me te binnen welke film ze bedoelt: De beentjes van Sint-Hildegard. In die film probeert een man onder de bemoeizucht van zijn vrouw uit te komen, door te doen alsof hij Alzheimer heeft en zich te laten opnemen. Ik vond de film destijds blijkbaar zo goed, dat die ergens in mijn onderbewuste is blijven hangen, om zich op eigenaardige wijze in een droom te manifesteren. Mijn verhaalidee heeft verder geen raakvlakken met de film, maar echt origineel is het niet meer. Ik sta weer met beide beentjes op de grond. Toch blijven er beelden uit de droom hangen: een oudere vrouw, criminaliteit, dementie, een dochter en een kleinkind.
Weken later meld ik mijn zus: ‘Ik heb een beter verhaalidee.’